van de N.B.J.J.V.
Art 1.
A: Stichting; is de stichting
B: Het bestuur van de stichting.
Art 2.
De stichting is genaamd NEDERLANDSE BUDO JUDO JITSU VORMGEVING, welke is onderverdeeld in organisaties die ressorteren ieder op grond van hun steil onder een commissie.
Art 3.
A.De stichting heeft haar zetel te UDEN.
B.De stichting is voor onbepaalde tijd opgericht bij notarieel akte getekend d.d. 15 juni 1998.
C.De stichting is ingeschreven bij de kamer van koophandel te Eindhoven.
Art 4.
Doelstellingen.
1. De stichting beoogt het bevorderen van de budosporten / kunsten, in de breedste zin van het woord d.m.v.
·het geven van gelegenheid tot volgen van lessen,
·het periodiek afnemen van examens en Dan graden,
·het houden van trainingen,
·het organiseren van stages,
·het opleiden tot assistent en leraar aan de hand van vastgelegde instructies,
·het organiseren van cursussen,
·het deelnemen aan wedstrijden,
·het begeleiden van het kader,
·alle andere wettige middelen, die het doel kunnen bevorderen.
·het aanbrengen en het onderhouden van de benodigde accommodatie's.
De primaire doelstelling van de stichting is:
·het bevorderen van het imago van de verdedigingssport in het algemeen, welke ten onrechte in de volksmond als vechtsport negatief betiteld wordt.
·Sportbeheersing, wederzijds respect, oprechtheid en etiquette is waar wij ons elke les mee bezig houden.
2. De stichting verzorgt en verwerkt de administratieve gegevens van de afdelingen, aanhang en commissie's ressorterend onder de stichting.
3. De stichting beheert het vermogen en maakt daarvan nauwkeurig aantekeningen.
4. De stichting zal buiten het in art.4 lid 1. genoemde een activiteiten programma verwezenlijken d.m.v.
·ontspanningsactiviteiten
·attentie's te verzorgen bij; ziekte, geboorten, huwelijk, jubilea en overlijden, e.d.
·bepaalde vieringen en/of festiviteiten voor deelnemers te verzorgen, indien niet in strijd met het belang van de stichting.
Art 5.
Afdeling/sectie
1.Een afdeling/sectie is een organisatie die werkt onder de stichting op grond van zijn stijl b.v. Jiu-Jitsu, Tae-kwondo,Escrima, Judo, DGZV, Jiu-Jitsu, Karate, Hapkido en alle overige Budo sporten.
2.Een afdeling/sectie ressorterend onder de stichting moet aangesloten zijn bij de N.B.J.J.V.
3.Een afdeling/sectie werkt volgens de richtlijnen van de in lid -2- genoemde organisatie.
Art 6.
Deelnemers
1.Deelnemers zijn zij, die als zodanig te boek staan en een schriftelijke verklaring hebben ondertekend tot toelating bij een afdeling of sectie ressorterend onder de stichting.
2.Alle deelnemers zijn verplicht de reglementen en besluiten van de stichting stipt na te leven en zich te onthouden van alles wat met het belang van de stichting in strijd is.
3.Door toetreding tot een afdeling / sectie machtigt de deelnemer de stichting om de financieel verplichtingen hieraan verbonden aan deze te doen innen.
4.Het deelnemersschap eindigt;
-door opzegging, welke schriftelijk dient te gebeuren voor 31 augustus van het lopende kalenderjaar.
-door royement.
5.De deelnemers zijn gerechtigd vergaderingen en andere bijeenkomsten van de afdeling / sectie bij te wonen en aan alle activiteiten van deze deel te nemen.
6.Het bepaalde in lid -5- is niet van toepassing indien de deelnemer een tijdelijk verbod b.v door schorsing is opgelegd,de gebouwen waarin deze plaatsvinden te betreden.
7.Het bondsgeld loopt van 1 Januari t/m 31 December en dient betaald te worden in maximaal 1 termijn telkens te voldoen 1 maand voor bet begin van elk nieuw termijn.
8.Bij verzuim van korte duur loopt de bondscontributie normaal door, daar het op jaarbasis is berekend.
9.Vaststelling van de bondscontributie zal jaarlijks door bet bestuur plaatsvinden en wel minimaal twee maanden voor aanvang van het nieuwe contributie jaar.
10.Om de bondscontributie zo gering mogelijk te houden kan de stichting geen achterstand in betaling tolereren. Bij een achterstand van twee maanden wordt betreffende als deelnemer uit bet bestand afgevoerd, alle kosten inzake het innen van de achterstallige bondscontributie zowel gerechtelijke als buiten gerechtelijke kosten komen voor rekening van de deelnemer.
11.Betaling van de bondscontributie via automatische incasso.
12.Opzegging lidmaatschap dient schriftelijk te geschieden bij de stichtingsadministratie, minimaal 3 maanden voor de aanvang van de nieuwe betalingsperiode.
Art 7.
Bestuur
1.Het bestuur van de stichting bestaat tenminste uit drie personen en wordt voor de eerste maal bij akte benoemd.
2.De dagelijkse leiding van de stichting berust bij het bestuur genoemd in Art -1-.
3.De leden van het algemeen bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hun gemaakte kosten, via het indienen van een declaratie.
4.Het bestuur bestaat tenminste uit: één voorzitter, één secretaris en één penningmeester.
5.Zitting binnen het bestuur eindigt;
- door schriftelijke ontslagneming,
- bij ontslag op grond van artikel 298 boek 2 van bet burgerlijk wetboek,
- door overlijden van de bestuurder(ster).
6.Wanneer door omstandigheden het aantal bestuursleden is gedaald minder dan drie, is bet bestuur verplicht een of meerdere bestuurders te benoemen.
7.Deelnemers van elke organisatievorm, welke deel uitmaken van de stichting, kunnen binnen het bestuur van de stichting worden benoemd, mits zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
8.Bestuurskandidaatstelling dient schriftelijk te gebeuren en de verklaring van de kandidaatstelling dient;
- alle personalia van de kandidaat te bevatten,
- ondertekend en gedateerd te zijn,
-ingezonden te worden aan bet bestuur van de stichting,
-door bet bestuur kan de kandidaat bij een volgende vergadering benoemd worden als bestuurder volgens de rechten van de statuten.
Art 8.
Leiding organisatie
1.De Leiding van elke organisatie zoals genoemd in art-5-, berust bij het stichtingbestuur, (waarbij de technische medewerker(ster) een adviserende taak heeft).
2.De organisatie zoals genoemd onder art.-5- kennen geen rechts bevoegdheid en kunnen niet in en buiten rechte handelen.
3.De technische medewerker(ster), lesgever(ster) van de organisatie moet voldoen aan de eisen die gesteld zijn door de N.B.J.J.V. van zijn /haar stijl c.q. discipline.
4.Vrijgesteld van genoemde in art.-8- lid-3- zijn die personen die een opleiding zoals gestelde eisen volgen.
5.De technische medewerker(ster), lesgever(ster) en assistent-lesgever(ster) kan uitsluitend werkzaam zijn na het afleggen van een test, diploma, cursus c.q
Art 9.
Commissies
1. De stichting kent de mogelijkheid tot het formeren van commissie's zoals o.a.;
- advies commissie's
- activiteiten commissie's,
- technische commissie's.
2. Een commissie wijst uit haar midden een coördinator aan;
- de commissie bepaald zelfde agenda van haar vergadering.
- zij vergadert tenminste twee maal per jaar, waarvan eenmaal op initiatief van de stichting te samen met het stichtingsbestuur.
- voor de laatst genoemde vergadering word de agenda in overleg met de voorzitter van de stichting en de coördinator vastgelegd.
- de coördinator zorgt voor vastlegging (notulen) van de gehouden vergadering.
3. De adviescommissieleden worden benoemd voor maximaal twee jaar en zijn herbenoembaar.
- De technische commissieleden worden benoemd gedurende de periode van hun dienstverleningsovereenkomst.
- De leden activiteitencommissie worden benoemd bij gelegenheid en gedurende een activiteit.
- Kandidaat commissieleden moeten ten alle tijde deel uit maken van de stichting.
- Het stichting bestuur regelt de wijze van benoeming.
4. Het lidmaatschap van een commissie eindigt,
- door het niet meer voldoen aan de eisen, aan het lidmaatschap gesteld,
- door opheffing van de commissie,
- door ontbinding van de commissie,
- door schriftelijk bedanken bij de coördinator van de commissie of indien het de coördinator betreft, bij de voorzitter van de stichting.
- door opzegging deelnemerschap van de stichting,
- aan bet einde van de termijn, waardoor men gekozen of, benoemd is als lid van een commissie van blijvende aard,
- door overlijden.
5. De instantie, die de leden van een commissie rechtstreeks benoemd of verkiest, is ten aller tijde bevoegd deze uit hun functie te ontslaan.
6. Stichtingsbestuursleden hebben toegang tot de vergadering van de commissie benoemd door het stichtingsbestuur en mogen daarin het woord voeren.
7. De commissie heeft tot taak, het volgen van de ontwikkelingen van de stichting en het gevraagd of ongevraagd aan het bestuur uitbrengen van adviezen.
- Tevens tracht de commissie en stichting inhoud en uitvoering te geven aan een regelmatig en gestructureerd overleg met belanghebbende afdeling(en) en zich te houden aan de richtlijnen van de geldende beleidsnota.
8. De commissie kan geen rechtsgeldige besluiten nemen.
Art 10.
Straffen
1. Het opleggen van straffen geschiedt door het stichtingsbestuur, in afwachting van een straf is het bestuur bevoegd tot het opleggen van een voorlopige schorsing.
2. De volgende straffen kunnen opgelegd worden,
- waarschuwing,
- berisping,
- schorsing,
- uitsluiting.
3. Een schorsing houd in: gehele of gedeeltelijke uitsluiting van de rechten toegekend aan deelnemers bij de statuten of bij deze reglementen gedurende maximaal zes maanden. Gedurende de periode van schorsing blijft de deelnemer betalingsverplicht.
4. Uitsluiting kan worden uitgesproken indien een deelnemer, in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de stichting, handelt of de stichting op onredelijke wijze benadeelt.
5. Van een besluit tot schorsing of uitsluiting wordt betrokkene zo spoedig mogelijk schriftelijk, met opgave van redenen, in kennis gesteld.
6 Schorsing alleen als bestuurder is mogelijk. Betrokkene blijft dan deelnemer van de afdeling / sectie waaronder hij/zij ressorteert.
7. Van de genomen besluiten betreffende schorsing en uitsluiting wordt steeds melding gemaakt bij de N.B.J.J.V.
Art 11.
Reglementswijziging.
1. Een voorstel tot wijziging en/of uitbreiding van dit reglement kan worden ingediend door bestuurders.
2. Dit reglement behoeft de goedkeuring van het stichtingsbestuur, en wordt van kracht na goedkeuring en vaststelling en treed in werking zeven dagen na publicatie.
3. Iedere deelnemer heeft recht op inzage van dit reglement.
4. Niemand kan zich beroepen op onbekendheid met hetgeen in dit reglement is bepaald.
Art 12.
Noodbevoegdheid.
1. Voor zover in bepaalde gevallen het huishoudelijk reglement niet voorziet of niet voldoende voorziet, neemt het stichtingsbestuur de beslissing.
2. De uitleg, welke het stichtingsbestuur aan enig woord of enige bepalingen geeft. is bindend.
3. De N.B.J.J.V is niet aansprakelijk voor schade of letsel opgelopen tijdens of door het uitoefenen of bijwonen van de door de N.B.J.J.V georganiseerde activiteiten.